Mensen moeten zolang mogelijk in de leefomgeving kunnen blijven waar ze zich prettig voelen. Bereikbaarheid van voorzieningen en dienstverlening hoeft niet per definitie gelokaliseerd te zijn in dezelfde kern waar zij wonen, maar kan ook bij hun ‘aan huis’ worden gebracht.
Kwaliteit is hierbij een eerste vereiste als het gaat om zorg en welzijn. Als voor sommigen blijkt dat dit financieel niet haalbaar blijkt dan kan de gemeente hierin bijdragen. Voor initiatieven op dit gebied van zorgaanbieders is het belangrijk dat de gemeente hiervoor openstaat, partners eventueel bij elkaar brengt, coördineert, regisseert of faciliteert wanneer nodig.
De wet WMO moet er voor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Aandacht moet er blijven dat burgers goed geïnformeerd worden over waar hun mogelijkheden liggen wat betreft tegemoetkomingen voor aanpassingen aan de woning en zorg aan huis. Hierdoor kunnen mensen zo lang mogelijk in een voor hun vertrouwde woonomgeving blijven.
Daarbij ligt de regie voor een groot deel bij de mensen zelf, tijdig realiseren wanneer een woning kan worden aangepast of zich juist de vraag stellen in welke woning ze zouden willen wonen. Hiertoe zijn er vele concepten van “slimme” woningen waarbij direct rekening gehouden wordt met toegankelijkheid, bewoonbaarheid, valveiligheid etc. Ook in de buitenruimte moet er permanente aandacht zijn voor de toegankelijkheid voor minder validen.